De Slavenhuisjes op Bonaire
Langs de kust van Bonaire, in het zuiden van het eiland bij Witte Pan en Oranje Pan, staan kleine witte en okergele huisjes die herinneren aan een donkere periode in de geschiedenis van het eiland: de slavernij. Deze zogenaamde slavenhuisjes werden gebouwd in 1850 en dienden als onderkomens voor de tot slaaf gemaakte Afrikanen die werkten in de zoutpannen.
De huisjes zijn extreem klein, meestal niet meer dan 2 meter lang en 1,5 meter hoog. Er was geen bed, geen stromend water en nauwelijks ventilatie. De meeste slaafgemaakten verbleven hier alleen doordeweeks. In het weekend liepen ze soms vele kilometers terug naar Rincon, waar hun families woonden.
Bonaire speelde een belangrijke rol in de zoutwinning tijdens de koloniale periode. Zout was toen een waardevol handelsproduct, vooral voor het conserveren van voedsel. De arbeid in de zoutpannen was zwaar en werd onder barre omstandigheden verricht, vaak onder de brandende zon.
Tegenwoordig zijn de slavenhuisjes een belangrijk cultureel erfgoed van Bonaire. Ze herinneren bewoners en bezoekers aan het slavernijverleden van het eiland en aan de veerkracht van de mensen die onder deze omstandigheden hebben geleefd. De huisjes zijn bewaard gebleven en vormen een belangrijke plek voor educatie, herdenking en bewustwording.